Michiel C de Jong in Wyniasweek, 10 juni 2023
1 juli begint het Herdenkingsjaar Slavernijverleden: omdat het 150 jaar geleden is dat er daadwerkelijk een eind kwam aan de slavernij in Suriname en de Caraïbische eilanden, toenmalige koloniën van het Nederlands Koninkrijk. Het heeft niets met Zwarte Piet te maken, maar toch zal hij er – niet voor het eerst – aan de haren worden bijgesleept.
Al vanaf de onthulling in 2002 van het slavernijmonument in het Amsterdamse Oosterpark gebruiken activisten de slavernijherdenking als propagandamiddel tegen Zwarte Piet. Ze claimen dat Zwarte Piet een restant is van de Nederlandse slavernijgeschiedenis en daarmee moreel verwerpelijk. Maar er is geen enkel bewijs voor deze claim. De sinterklaastraditie wordt onterecht in een kwaad daglicht gesteld.
Barryl Biekman, de initiatiefneemster van het slavernijmonument, is overtuigd van een direct verband tussen slavernij, racisme en Zwarte Piet. Daarom ziet ze geen mogelijkheid om Zwarte Piet aan te passen of te behouden. Deze visie wordt elk jaar tijdens de slavernijherdenking en tijdens sinterklaasfeesten uitgedragen.
Een helpdesk tegen Zwarte Piet
De slavernijherdenking is een verzamelplaats voor allerhande anti-Zwarte Piet-initiatieven. Zo was er in 2012 een partytent met de naam ‘Helpdesk tegen Zwarte Piet’. Tijdens de herdenking van 2015 werd opgeroepen aangifte te doen tegen de figuur van Zwarte Piet. Er werden zware termen ingezet: ‘institutioneel racisme’, ‘structurele ongelijkheid’, ‘misdaad tegen de menselijkheid’.
Het in 2002 opgerichte Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) is als organiserend comité aan de slavernijherdenking verbonden. De organisatie trekt expliciet ten strijde tegen Zwarte Piet en publiceert essays op haar website onder opschriften als ‘Zwarte Piet, een nationale Hitlergroet?’ en ‘Zonder slavernij geen Zwarte Piet’.
In 2016 liet de pas aangetreden NiNsee-voorzitter Antoin Deul in een interview met Het Parool weten: ‘De discussie over Zwarte Piet heeft een hele nieuwe generatie wakker geschud. Activisten, maar ook bekende zwarte Nederlanders, stappen nu naar voren om hun verhaal te doen over het onderwerp diversiteit. Een van mijn voornemens is om van het NiNsee een platform te maken waar al deze stemmen bij elkaar komen.’
In 2019 organiseerde het NiNsee een debatreeks over ‘Het Witte Geweten’. ‘Witte mensen genieten “white privilege”, prediken onschuld en reageren vaak gekwetst als ze worden aangesproken,’ zo luidde de toelichting. ‘Gelukkig passen niet alle witte mensen in dat beeld. Velen handelen al gewetensvol: zij steunen aandacht voor het slavernijverleden en culturele dekolonisatie, zij ijveren voor diversiteitsbeleid en verzetten zich tegen Zwarte Piet.’
Postkolonialisten gebruiken Zwarte Piet als hét bewijs dat het slavernijverleden in Nederland nog altijd doorwerkt. Het vermeende verband biedt twee voordelen: het zorgt voor afschaffing van Zwarte Piet én voor aandacht en excuses voor het slavernijverleden. De anti-Zwarte Piet-activisten streven beide doelstellingen na.
Het zogenaamde gebrek aan belangstelling van Nederlanders voor de slavernijgeschiedenis wordt door postkoloniale activisten en wetenschappers onder meer geweten aan hiaten in het onderwijs. Dat is volgens hen ook de reden waarom Nederlanders blijven vasthouden aan Zwarte Piet. Iedereen die er verstand heeft wéét dat Zwarte Piet afkomstig is van dat slavernijverleden. Daar zijn volgens hen geen bronnen voor nodig.
Onderwijs als sleutel
Een van deze wetenschappers is Alex van Stipriaan, hoogleraar Caraïbische geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij schreef naar aanleiding van de slavernijherdenking van 2013 in opdracht van de gemeente Amsterdam de folder ‘Slavernij, daar willen we meer van weten’. Hij stelt daarin onder meer:
‘Onderwijs aan jongeren is de sleutel tot een veranderend en blijvend besef van het slavernijverleden en de erfenis. Aandacht voor hedendaagse erfenissen van het slavernijverleden is nodig, dat bewijst alleen al de discussie over Zwarte Piet. Alle Amsterdammers zijn erfgenaam van deze geschiedenis.’
In het kader van dat onderwijs aan jongeren financierde NiNsee een lespakket van de Stichting Nederland Wordt Beter, waarin kinderen wordt geleerd dat Zwarte Piet afkomstig is van trans-Atlantische slavernij. En: in 2018 introduceerde student Zawdie Sandvliet op de Universiteit van Amsterdam (UvA) het keuzevak Afro-Nederlandse Studies. Ons geschiedenisonderwijs, zo luidde zijn motivatie, maakt onvoldoende duidelijk ‘wat voor effecten slavernij en kolonialisme hebben op onze hedendaagse samenleving.’
In 2010 werd Stephen Small benoemd tot bijzonder hoogleraar Nederlands Slavernijverleden en erfenis aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA. De leerstoel is ingesteld vanwege het NiNsee. Onder de titel ‘Zwarte Piet and the legacy of Dutch slavery: Another Bitter Pill for the Dutch to Swallow’ schreef Small een bijzonder artikel.
Hij ziet de ontkenning door Nederlanders dat Zwarte Piet met trans-Atlantische slavenhandel heef te maken als een teken dat er iets mis is met ons onderwijs. Zwarte Piet is volgens Small duidelijk racistisch omdat de figuur direct gebaseerd zou zijn op misvattingen over zwarte mensen. Onderbouwingen voor deze claim blijven echter achterwege.
Ook roept Small zijn collega-wetenschappers op tot actie:
‘So one important question we must ask about this entire debate is: where are the academics, the educators in all of this? What are they doing to contribute facts and analysis of Zwarte Piet and his links to slavery (-) What are they doing to challenge the misperceptions that Dutch people have about the role the Kingdom of the Netherlands played in slavery and the slave trade? So I call upon more people in the academic community, education specialists and others to make their voices heard in (-) condemning Zwarte Piet.’
Nog steeds is de link tussen slavernij en Zwarte Piet niet onderbouwd
‘De ware context’ van Zwarte Piet moet standvastig worden uitgedragen. Small voorspelt de overwinning. De dagen van Zwarte Piet zijn geteld:
‘And we should work collectively and steadfastly towards providing the information and education that highlights the true context of Zwarte Piet as part of the legacy of slavery. And while the fury is raging, we should continue to disseminate information about the significant steps being made alongside the fury.’
Deze oproep van Small stamt uit 2013. Nu, tien jaar later, is de wetenschap er nog steeds niet in geslaagd de link tussen slavernij en Zwarte Piet te onderbouwen. Toch blijven toonaangevende academici in het vakgebied dit verband als waarheid uitdragen.